Interactie kan door het sturen van e-mail naar: jolmerwinkel@gmail.com of mij te gaan volgen op Twitter of vrienden te worden op Facebook.

vrijdag 29 juli 2011

Qualtity Control

In de ochtenddienst ging meestal iets over achten de telefoon. Als panel-operator nam ik op en noemde mijn naam. “De Vries… vetzuren” klonk het dan aan de andere kant van de lijn.

Ik pakte het schrift en noteerde de zogenaamde ffa-waarde die gedicteerd werd. Ik bedankte vervolgens mijn labcollega voor de informatie en ons gesprek was ten einde. Zo ging het jarenlang zonder dat ik ooit wist wie nu De Vries was. Ik heb hem nooit in levende lijve ontmoet.

Bij de bedrijven waar ik werkzaam ben geweest heb ik verschillende systemen van communicatie tussen operator en mensen van de kwaliteitscontrole meegemaakt. Monsters werden per luchtbuis verstuurd of door een tussenpersoon naar het lab gebracht. Via telefoon of e-mail kwam je vervolgens aan de weet of iets goed dan wel afgekeurd was. Van rechtstreeks contact met de persoon achter de analyse was echter geen sprake

Bij andere bedrijven bracht ik als operator de monsters zelf naar het lab. Je krijgt dan direkt te maken met de mensen van het definitieve oordeel over jouw werkzaamheden. Je communiceert ‘face to face’ over eventuele correcties en bijbehorende procedures. Dat werkt heel prettig is mijn persoonlijke ervaring.

Bij mijn huidige werkkring bestaat het team van de Qualtity Control uit twee heren en twee dames, waarbij de interactie tussen operator en laborant doorgaans zeer aangenaam te noemen is. Als extra service kan er tevens, na het aanbieden van een monster, vaak ook een greep worden gedaan in een glazen pot gevuld met snoepgoed.

Ik zei net doorgaans, want één van de beide heren wil nog wel eens een dissonante toon aanslaan. "Ben jij met dat produkt bezig... oh, dat verklaart een hoop!" of soms meer generaliserend: "Jullie operators doen ook maar wat!" Kijk, op dat soort momenten moet er dan even een sessie in het kader van 'Quality Communications' gehouden worden. Of te wel... een motie van afkeur heeft hij aan z'n broek hangen.

Verder niets dan lof voor mijn vrienden van het kwaliteitslab. Na een grondige analyse van mijn kant kan ik stellen dat onze samenwerking mijn goedkeuring kan wegdragen. Het valt ruim binnen alle specificaties die ik als operator stel aan hoe men met mij en de door mij gemaakte produkten omgaat. En dat mag ook wel eens gezegd worden...

N.a.v. dit stuk een schrijven ontvangen van een advocatenburo, zie hier.

Deze column is (in bewerkte vorm) tevens gepubliceerd in :
VAPRO-Het tijdschrift voor de operator en technisch vakman (Nummer 5-Jaargang 10-November 2011)

zaterdag 23 juli 2011

Zomergasten 2011

Morgenavond is het weer zo ver.  Dan start er een zestal afleveringen van Zomergasten, één van mijn favoriete programma's op de Nederlandse televisie.

Zie hier voor meer informatie over welke gasten dit jaar zullen aanschuiven om hun favoriete televisiemomenten aan de kijker te presenteren en van commentaar voorzien. Jelle Brandt Corstius zal voor het tweede opeenvolgende jaar als gespreksleider functioneren.

Zelf heb ik op De Winkelhaak een selectie gemaakt van dingen die ik zou laten willen zien indien ik als zomergast aan tafel zou mogen aanschuiven. Klik op Zomergast Jolmer Winkel en aanschouw mijn fragmenten en begeleidende teksten. Het geheel is nog in aanbouw en wordt zo nu en dan uitgebreid met nieuwe beelden.

dinsdag 19 juli 2011

Friese Identiteit...

.
Ik behoor bij de groep van de zogenaamde 'Friezen om utens'. Mijn eerste vijfendertig levensjaren heb ik doorgebracht in de provincie Friesland. Daarna kwamen Barneveld en Ede als standplaatsen.

Nog met enige regelmaat neem ik een kijkje op de website van mijn geboorteplaats Garyp. Zo nu en dan bezoek ik ook de sites van de Leeuwarder Courant en het Friesch Dagblad op het internet om nog iets op de hoogte te blijven van zaken die er spelen.

Toen ik onlangs eens een kijkje op de kaart van mijn geboortestreek wierp, besefte ik opeens dat ik eigenlijk afkomstig ben van een eiland. Het is het gebied tussen Het Bergumer Meer, De Leijen, De Wijde Ee en De Alde Feanen. Deze vier plassen zijn verbonden door kanalen en vaarten. Waren er geen bruggen dan was er echt sprake van een geïsoleerd eiland binnen de provincie met de dorpjes Garyp, Suameer, Eernewoude, De Tike, Oudega, Nijega en een gedeelte van Opeinde.

Een puur watersportgebied dus. Toch ben ik relatief weinig in aanraking geweest met de mogelijkheden die dit geeft. Natuurlijk heb ik wel eens gezwommen in buitenwater. Ik ben wel eens mee geweest op een (zeil)boot. Ook vissen en schaatsen kan ik bijschrijven als activiteiten die hiermee te maken hebben. Maar het was allemaal heel summier gezien de vele mogelijkheden op korte afstand van het ouderlijk huis. Ik heb er eigenlijk niets mee moet ik eerlijkheidshalve toegeven...

Als ik dit zo op mijn werk aan de kantinetafel vertel is grote verbazing het gevolg. "Dat meen je toch niet Jolmer?" Zoveel opties op het gebied van watersport in de 'achtertuin' en dan vrijwel geen interesse? De mensen hier op de bodem van de Veluwe en aan de bovenkant van de Betuwe weten wel wat ze zouden doen als ze al deze mogelijkheden 'aan huis' zouden hebben. Het ongeloof is ronduit groot als ik mijn mening hierover ventileer.

Er wordt dan zelfs openlijk getwijfeld aan mijn Friese afkomst. Het is dat er nog steeds een accent doorklinkt als ik mijn mond open doe... maar anders had men mij echt niet geloofd. Een bepaalde collega adviseerde mij al eens om mijn ouders te vragen of ik wellicht geadopteerd ben? Of ik wel werkelijk hun biologische zoon ben? Want volgens hem lijkt genetisch gezien mijn desinteresse echt niet te kloppen.

Tja... het zij dan maar zo. Bij het huiswaarts keren van mijn werk roep ik nog maar eens "Oant Moarn" en neurie "In Nije Dei". Vanavond trek ik een boek van Rink van der Velde uit de kast en schenk mezelf een Sonnema berenburg in. Meer kan ik er echt niet van maken. Ze moeten het maar geloven... en oars mar net!
.

maandag 18 juli 2011

Een Merkwaardige Declaratie

Operators hoeven in het algemeen voor werkzaamheden het bedrijfsterrein niet af, laat staan dat ze goederen zelf moeten aanschaffen.

Vrijwel alles wat nodig is komt uit een magazijn waar iemand anders vaak over de voorraad waakt.

Toch heb ik in het verleden zelf wel dingen moeten halen en hierbij mijn eigen beurs moeten trekken. Later ging ik dan gewapend met de kassabon naar iemand van de administratie voor een declaratiesessie.

Na een synthetisch proces waarbij ik betrokken was moest het eindprodukt worden gefiltreerd. In grote kolommen van glas werden aluminiumoxide, noritkorrels, filterpapier en een laag watten aangebracht. Dit laatste item moesten we zelf halen. In de bedrijfswagen werd dan vervolgens een ritje gemaakt naar de dichtsbijzijnde drogisterij.

Ik vroeg dan aan een personeelslid een grote doos en vulde deze dan met de gehele winkel- en magazijnvoorraad aan watten. Na betaling ging ik dan soms ook nog even naar een naburig gelegen snackbar om een softijsje te scoren. Je buit zo’n uitje uit nietwaar?

Op een keer liep er nog een ander project. Een bepaalde vloeistof moest grof gefiltreerd worden en empirisch was uitgevonden dat een panty goed voldeed. Dus vroeg de chef mij ook hiervan enkele mee te brengen. Bij terugkomst op het bedrijf ging ik dan ook met de kassabon naar de dame die over financieën ging.

Ze bekeek het bonnetje aandachtig en pakte vervolgens een kistje waarin een gering bedrag aan papier- en muntgeld zat. Ze telde het voor mij uit en hield iets eerder stop dan dat ik had verwacht. "Dit is niet het gehele bedrag wat ik heb uitgegeven" probeerde ik haar duidelijk te maken. Ze keek mij indringend aan en zei op een strenge toon dat het bedrijf echt geen zaken vergoedt die privé zijn aangeschaft.

Ineens begreep ik dat ze de panty’s bedoelde. Ik schoot in de lach en legde haar vervolgens gedetailleerd uit hoe de vork proces-technisch in de steel zat. Soms zijn dingen echt anders dan dat ze lijken. Zakelijk of privé? Soms is de scheidslijn ook voor een operator flinterdun.

Deze column is (in bewerkte vorm) tevens gepubliceerd in :
VAPRO-Het tijdschrift voor de operator en technisch vakman (Nummer 4-Jaargang 10-Augustus 2011)

maandag 4 juli 2011

Verstoorde Zondagsrust


Zondagmiddag. Het is lekker warm buiten. We zijn met de kinderen in een speeltuintje in een naburige wijk. Ze vermaken zich prima.

De aangrenzende rijtjeshuizen zijn klein en gedateerd. De typering volksbuurt is van toepassing. Twee naast elkaar gelegen voortuinen zijn dichtbevolkt. De buitentafels zijn gevuld met bierflesjes. De geur van zware shag draagt ver nu het bijna windstil is.

Een man, in hemd en met tatoeages voert dingen uit aan z'n auto die voor het huis staat geparkeerd. Z'n buurman zit in zijn voertuig met alle ramen open. Hij heeft de volumeknop van de muziekinstallatie een fikse draai gegeven. Nederlandstalige muziek schalt door de buurt.

Zo'n buurt waar men, van de zanger die ik nu hoor, zal zeggen dat hij zo gewoon is gebleven. Zo'n buurt waar men van Wilders vindt dat die gewoon zegt wat velen denken. "Dat al die buitenlanders zich aan ons maar moeten aanpassen!".

Tussen de twee tuinen wordt over en weer geschreeuwd. Het volume van de muziek maakt gewoon communiceren praktisch onmogelijk. In de verte zie ik een ouder echtpaar aankomen. Hij in het zwarte pak en zij haar hoed in haar hand. Straks zal ze deze de gehele dienst gaan dragen.

Nu op weg naar de kerk mag ze nog even zonder. Twee heel verschillende werelden. Heiliging en schending op een aantal vierkante meters. Het is bijna etenstijd. Wij besluiten naar huis te gaan, naar onze multiculturele wijk Veldhuizen. De muziek blijft maar galmen.

Maar over die moeizame integratie hebben ze wel gelijk. Nog nooit mensen van Turkse of Marokaanse afkomst meegemaakt die op zondag de rust verstoren door keihard Frans Bauer door de straat te laten schallen. En ook niet op een andere dag van de week trouwens. Dat stukje van de 'Nederlandse cultuur' is blijkbaar maar moeilijk onder de knie te krijgen.