Interactie kan door het sturen van e-mail naar: jolmerwinkel@gmail.com of mij te gaan volgen op Twitter of vrienden te worden op Facebook.

donderdag 26 augustus 2010

25 Jaar Operator


Een heus jubileum is er te vieren. Het is intussen 25 jaar geleden dat ik begonnen ben met betaalde arbeid en mijn eerste vaste aanstelling een feit was. Op maandag 26 Augustus 1985 begon mijn carrière als (proces) operator en sindsdien ben ik deze functie blijven uitoefenen.

Ik weet niet of een meester of juf het mij op de lagere school heeft gevraagd. Mocht ooit de vraag zijn gesteld: “Wat wil je later worden Jolmer?”, dan was het antwoord zeker niet “Operator!” geweest. Ik had er namelijk nog nooit van gehoord, laat staan dat ik toen al een idee had van wat ik later zou willen gaan doen.

Wat is dat… een operator?”. Deze vraag volgt wel eens als ik vertel wat ik doe voor de kost. Ik zal dan ook in het kort proberen uit te leggen wat dit beroep inhoudt. Dit dus voor degenen die eigenlijk geen goed beeld hebben van de werkzaamheden van een operator! Even kort door de bocht geformuleerd zou ik het op de volgende manier willen beschrijven:

Een operator is iemand die verantwoordelijk is, en zorg draagt voor, een bepaald (deel) proces waarbij een (half) produkt wordt vervaardigd dan wel wordt bewerkt.


Hierbij de volgende opmerkingen:

- De aard en de vorm (vast, vloeibaar, gas) van het (half) produkt kan divers zijn.
- Het bewerken kan mechanisch of chemisch zijn of een combinatie van beide.

Werkzaamheden rond dit gebeuren zijn zaken zoals:

- Toezicht houden op en bijsturen van het proces.
- Bedienen van machines, apparatuur en computers
- Aan- en afvoer van grondstoffen of eindprodukten (veelal met heftruck).
- Afvullen van half/eindprodukten in diverse soorten verpakkingen.
- Administratieve taken en planning
- Monsternemen, analyseren en correcties toepassen (i.s.m. kwaliteitskontrole)
- Verhelpen van storingen en kleine reparaties of aanpassingen uitvoeren.
- Schoonmaken en onderhouden van apparatuur.

Ik neem jullie nu dan ook een kwart eeuw mee terug in de tijd…


De Rendac Jaren (16)















In mei van 1985 heb ik gediplomeerd de Middelbare Agrarische School verlaten. Ik had al eerder vakantiewerk voor dat jaar geregeld bij de Nederlandse Thermo-chemische Fabrieken, kortweg N.T.F. te Bergum. Later is deze naam veranderd in Rendac (Rendering Activities) en nog later in Sonac.

Ik had in het laatste schooljaar kennis gemaakt met computers en wou er zelf ook wel eentje aanschaffen. Aan dat doel heb ik dan ook het eerste verdiende vakantiegeld besteed. Ik werd de trotse eigenaar van een Commodore 64 en deze machine zou aan de basis staan van een liefhebberij die tot nu toe is gebleven.

Op maandag 24 juni begon ik dus als vakantiehulp en dat als ondersteuning voor het werk in de drie-ploegendienst. Ik begon op die dag in de nachtdienst weet ik nog goed. Na zeven weken was de contractperiode voorbij en kon op mijn verzoek verlengd worden met twee weken. Op de laatste dag kwam de ploegenchef (eok) bij mij of ik me wou melden bij de productiemanager. Die had begrepen dat ik geen verdere plannen voor een vervolgstudie had en bood mij op deze vrijdag een vaste betrekking aan met de vraag: “Of ik maandag al kon beginnen?”.

Zo begon het dus allemaal. Dit met de achterliggende gedachte dat het tijdelijk van aard zou zijn. Ik had eigenlijk het plan om verder te gaan kijken naar iets waarbij mijn interesse in de rundveefokkerij kon worden gecombineerd met computers. Maar het is er nooit van gekomen en mijn verblijf bij dit bedrijf heeft uiteindelijk 16 jaar geduurd.

De aard van de werkzaamheden waren het verwerken van diverse soorten slachtafvallen en kadavers. Hierbij worden deze eiwitrijke stoffen niet vernietigd maar bewerkt zodat ze vooral kunnen worden gebruikt in bepaalde soorten voer bestemd voor de intensieve veehouderij.

De verschillende afdelingen voor werkzaamheden als operator waren in die tijd:

- Bloed/veer
- Haarfabriek
- Vulafdeling
- Destructor (C.G.)
- Autoclaven
- Malerij
- Korrelperserij
- Ketelhuis

Ik ben begonnen als ‘werknemer algemene hulpdiensten’. Als je na een bepaalde tijd op een aantal afdelingen goed functioneerde kon je een loonschaal omhoog. Na deze stap ben ik op een gegeven moment gevraagd om een opleiding tot proces-operator te volgen. Ik heb toen ook de Vapro B richting gevolgd. Deze opleiding bestaat uit het in twee jaar volgen van het theoretische gedeelte met bijbehorend examen. Daarna moet er een zogenaamd takenboek worden gemaakt. Hierin moeten 18 verschillende processen binnen het bedrijf worden beschreven. Dit allemaal met tussentijdse en eindexamen heb ik dan ook succesvol kunnen afronden. Veel kennis rijker en enkele loonschalen erbij was de uiteindelijke beloning voor deze geleverde inspanning.

Ik deed het werk met plezier. Dit in combinatie met een gunstige woon/werkafstand (3km), een goed salaris (met ploegentoeslag) en relatief veel vrije tijd hebben mij eigenlijk nooit meer naar ander werk meer doen zoeken. Ik was ook als één van de weinige mensen binnen het team van operators inzetbaar op alle afdelingen.

Verder ben ik ook enkele malen gevraagd voor enkele projecten buiten het eigenlijke operatorwerk. Zo heb ik me zo’n drie-kwart jaar (in dagdienst) bezig mogen houden met het ontwerpen van displays en implementeren van regelkringen voor het Honeywell Scan 3000 besturingssyteem. Dat was ook een leerzame tijd en een periode waar ik nog wel eens met plezier aan terugdenk.

In 1999 heb ik mijn vrouw leren kennen en in oktober 2000 zijn we getrouwd. Het was dan ook de bedoeling dat we ons ergens zouden gaan vestigen. In april van 2001 zijn we dan ook naar Barneveld verhuisd en kwam er na 16 jaar een einde aan de Rendac periode.

Tenslotte nog een opmerking over de aard, het nivo en de veelzijdigheid van de werkzaamheden als operator bij Rendac. Op het moment van uitvoeren had ik eigenlijk nooit het gevoel dat het speciaal was waarmee ik bezig was. Alle werk kan uiteindelijk als sleur worden beleefd. Pas later, na diverse andere bedrijven en werkzaamheden, kom je tot de slotsom dat het toch echt anders lag dan dat je het in die tijd beleefde!



De Givaudan Maanden (2)

Een eerste vereiste voor verhuizing naar ‘het midden des lands’ was het vinden van ander werk. Ik heb toen via de website van de Vapro gekeken wie voor deze regio als consulent werkzaam was. Een mailtje met de vraag bij welke bedrijven in de buurt van Barneveld werken operators met een Vapro-opleiding was de volgende actie.

Ik kreeg spoedig een antwoord terug waarin enkele ondernemingen met de aard van hun werkzaamheden werden genoemd. Ik koos voor de produktie van geur- en smaakstoffen en stuurde een open sollicitatie naar Givaudan in het bekende ‘kiependarp’. Spoedig volgde een uitnodiging voor een gesprek en was de zaak rond.

Amper hier aan het werk, in juni van 2001, zag ik een advertentie van een ander bedrijf op hetzelfde industrieterrein. Hierin werd iemand met Vapro-papieren gevraagd voor werkzaamheden in dagdienst. Daar ik al meer dan 16 jaar op onregelmatige tijden had gewerkt was er intussen wel het verlangen ontstaan om dit te beëindigen. Ik solliciteerde en kreeg de baan bij Denka International. Ik heb de twee maanden proeftijd bij Givaudan volgemaakt en ben vanaf die tijd in dagdienst gaan werken.



De Denka Jaren (4)


















Halverwege augustus 2001 ben ik bij Denka International begonnen op de zogenaamde synthese-afdeling. Dit bedrijf maakt diverse soorten chemische bestrijdingsmiddelen. Vaak wordt het verward met het bekendere Denkavit. In een ver verleden waren beide onderdeel van één onderneming maar er heeft op een bepaald moment een splitsing plaats gevonden. De produktie van veevoeders bleef in Voorthuizen en met een chemische bedrijf werd op industrieterrein de Harselaar een start gemaakt.

Als operator was ik dan ook voornamelijk betrokken bij de produktie van DDVP, het feromoon muscalure en diverse soorten granulaat. De arbeidstijden waren heel aangenaam. Er werd op maandag tot en met donderdag een half uur extra gewerkt zodat er dan op vrijdagmiddag om 14.15 kon worden gestopt. Aan de redenen die ten grondslag liggen aan het vertrek bij Denka wil ik in de toekomst nog eens aandacht schenken op mijn weblog.



De CSK Jaren (2) 















CSK Food Enrichment is de volledige naam van dit bedrijf. Het is gevestigd op het terrein van het Nederlands Instituut voor Zuivelonderzoek (NIZO) te Ede. CSK is een commercieel bedrijf dat zich bezig houdt met het kweken van diverse soorten zuurselconcentraten (bacteriën) nodig voor de produktie van kaas, yoghurt en kwark. Het moederbedrijf staat in Leeuwarden.

Op 1 janauri 2006 ben ik hier begonnen en in principe was het een baan in dagdienst met variabele begin- en eindtijd. Dat had te maken met een aantal kweekprocessen dat grillig van aard is. Het tijdstip dat een bepaald zuursel ‘klaar’ was kon sterk varieren en was van te voren soms moeilijk te bepalen. Het moest nog dezelfde dag verder verwerkt worden zodat de reiniging van de installaties kon plaatsvinden voor de produktie van de volgende dag. Je wist daardoor nooit precies van te voren hoe laat je thuis zou zijn. Dat had ook zo z’n voordeel, soms was je dan ook ‘s middags vroeg thuis.

Ik had het erg naar mijn zin bij CSK maar het invoeren van een ploegensysteem met nacht- en continu weekendwerk hing steeds als een soort van ‘zwaard van Damocles’ boven de arbeid. Toen ik een personeelsadvertentie in een lokale krant zag staan van de firma Tanatex te Ede heb ik gereargeerd. Ze zochten een operator en dat in dagdienst met vaste tijden (08.00-16.30). Dit en wederom werk dicht bij huis (soms ga ik lopend) was dan ook de hoofdreden om op dit moment een switch te maken. Een poosje daarna is dan ook het zwaard werkelijk gevallen heb ik intussen vernomen.


De Tanatex Jaren (?)



















Op 1 januari 2008 ben ik bij Tanatex Chemicals gaan werken dat op industrieterrein Frankeneng te Ede is te vinden. Deze onderneming produceert en verkoopt voornamelijk vloeistoffen die nodig zijn in de textielbranche. Produkten die dus nodig zijn om bepaalde eigenschappen te kunnen geven aan kleding, tentdoek, tapijt etc.

Ik ben werkzaam op de formuleringsafdeling waar, in een tiental ketels, een breed scala aan produkten wordt gemaakt. Het werk bestaat dan ook voornamelijk uit het aanrijden van grondstoffen (vloeibaar of in poedervorm) om deze vervolgens te doseren en te mengen met vloeistoffen die via een zogenaamd kranenblok afkomstig zijn uit grote bulktanks. Soms moet de (deel) inhoud verwarmd dan wel gekoeld worden. Via het volgen van goed gedocumenteerde werk- en veiligheidsvoorschriften wordt dan een eindprodukt vervaardigd dat aan alle gestelde eisen voldoet. Door de ketelinhoud vervolgens onder druk te brengen wordt het produkt vervolgens getransporteerd naar de afvulafdeling.

In eerste instantie zou ik na een jaarcontract, bij wederzijds goedvinden, een vaste aanstelling krijgen. Toen 2008 zo’n driekwart verstreken was deed de wereldwijde recessie z’n intrede en waren de gevolgen bij Tanatex ook goed merkbaar. In plaats van een vaste baan werd het een vervolgcontact van 4 maanden. Daarna volgde nog een contractperiode van 6 maanden. In de tussentijd herstelde de situatie zich in de goede richting en kon er een vaste aanstelling ondertekend worden.


Bijschrift bij de foto's:

- Rendac : Ik ergens in 2000, buiten bij de malerij (foto D. van der Duim).
- Denka : De installatie voor de produktie van muscalure.
- CSK : Ik in de functie van 'beeldscherm-operator' (foto A. Buurman).
- Tanatex : De formuleringsafdeling waar ik nu werkzaam ben.
*

vrijdag 20 augustus 2010

Dat Hè Jie Goed!

Tussen half augustus 2001 en de laatste dag van 2005 ben ik werkzaam geweest bij de firma Denka International te Barneveld. Een van de eerste dingen bij een nieuwe baan is vaak een rondleiding door het bedrijf en kennismaking met de mensen die er werken. Ik werd meegenomen door mijn chef en ook de menghal werd aangedaan. “Jolmer… dit is Fedor” sprak mijn gids. Fedor keek amper op, laat staan dat hij dichterbij kwam om een hand toe te steken. Hij bromde wat en verdween vervolgens achter een aantal ketels die daar waren opgesteld.

Zie hier mijn eerste kennismaking met Fedor. Nou ja… kennismaking is wellicht niet de meest adequate omschrijving van dit korte gebeuren. Later vertelde iemand me dat ik bij voorbaat bij hem al op achterstand stond. Ten eerste kwam ik niet uit het dorpje waar hij woonde. Vervolgens kreeg ik nog meer aftrekpunten omdat ik met mijn Friese komaf ook op de grote hoop medewerkers van allochtone afkomst werd gegooid. Ik had bij hem dus nog een lange weg te gaan.

Fedor was nu 41 jaar en was al op jonge leeftijd aan Denka verbonden. Hij had zich opgewerkt en zorgde al weer jaren voor produceren van diverse formuleringen. De menghal was zijn domein. ‘s Ochtends was hij voor dag en dauw al aanwezig. Het einde van de werkdagen oprekken met enkele uren was ook geen probleem voor hem. Een paar dagen vrij, hij regelde het zelf. Fedor zorgde er gewoon voor dat er op de planning werd ingelopen. Alles deed hij om er maar voor te zorgen dat niemand anders iets van zijn werk hoefde over te nemen. Een noeste werker waarbij zo’n beetje alles stond in het teken van de totalitaire alleenheerschappij.

Met de vakantieperiode in zicht ontstond er een probleem. Die was gewoon te lang om te voorkomen dat iemand anders in zijn koninkrijkje werd gedetacheerd. Hij kon er dan niet meer omheen. Degene die deze ‘eer’ te beurt viel kon z’n borst ook nat gaan maken. Als vast ritueel, na terugkomst van vakantie, sprak Fedor z’n tijdelijke plaatsvervanger dan ook onmiddelijk aan. Want er was altijd wel een vatensleutel, een pompstang of een trechter die nu ergens anders lag dan op de plek die hij sinds mensenheugenis hiervoor had bestemd. Leiden in last. Het aanspreken was dan bij voorbaat niet onder vier ogen en al helemaal niet subtiel van aard. Nee, dat moest bij voorkeur plaatvinden in een volle kantine en gepaard gaan met stemverheffing en veel misbaar. Kijk, zo communiceerde Fedor het liefst.

Ik leerde hem kennen als een man van vaste gewoontes en rituelen. Ik beschrijf hier nu de middagpauze. Fedor kwam steevast binnen met de Telegraaf onder de arm en met zijn etenswaar. Hij plofte neer aan het tafeltje naast de koffieautomaat. Dat was zijn vaste stek. Soms had een bezoeker, onwetend van dit feit, al plaats genomen op zijn stoel. Maar deze werd meestal, voordat Fedor arriveerde, door één van de anderen van de exclusiviteit op de hoogte gesteld. Hij kon dan ook vrijwel altijd probleemloos aanschuiven. Na het plaatsen van het bekertje werd de knop met de gewenste vulling ingedrukt.

Intussen werden de benodigheden voor de ‘lunch’ uitgestald. Zie daar een zak met een witbrood, een pot met chocoladepasta en een mes. De koffie zat intussen in het plastic bekertje en de maaltijd kon beginnen. De eerste boterham werd voor hem op tafel gelegd. Een lik pasta erop. De belegde boterham wordt vervolgens dubbel gevouwen en nog eens één keer. Het geheel verdwijnt in z’n mond en na twee kauwende bewegingen doorgeslokt. Een slokje koffie er achteraan en zo wordt binnen no-time een half-witje weggewerkt.

Intussen ligt De Telegraaf uitgevouwen op tafel maar van intensief lezen komt niet veel. Fedor probeert alles om zich heen te volgen en daar waar nodig van commentaar te voorzien. Dit allemaal op de voor hem zo kenmerkende wijze. Ik leerde Fedor kennen als een man die niet eerst even nadenkt of hij überhaupt zal reargeren. Of van te voren nadenkt of het wellicht verkeerd kan vallen? Wel nee, de sluis gaat open en een verbaal nat pak is vrijwel altijd het gevolg voor de geadresseerde.

Vermakelijk zijn dan ook de ‘conversaties’ tussen hem en twee oudere werknemers, die vaak naast elkaar zitten, en van een afstandje met Fedor de ‘discussie’ aangaan. Zeg maar als een soort van Statler en Waldorf. Voor wie niet weet wie dit zijn: Dat zijn de twee oude mannetjes uit de Muppetshow, die vanaf het balkon, alles en iedereen bekritiseren en dat vaak op een niet al te vriendelijke manier. Denka had dus ook zo’n tweetal binnen haar gelederen. Het duurt meestal niet lang of Fedor wordt “oppergifmenger” of “schreeuwende boer” genoemd. Maar hij dient ze van repliek en doet dat in een overtreffende trap.

Het moet gezegd worden, Fedor maakte geen onderscheid in personen. Een tijdelijke uitzendkracht, iemand met een nog langer dienstverband als hij, één lid van het vierkoppige management, ze waren voor hem gelijk. De enige waarbij hij zich iets matigde was de oude directeur die op het punt stond met pensioen te gaan. Voor de anderen was hij heel direct en het gebruik van eufimistische uitdrukkingen waren hem geheel onbekend. Tegen één van de MT-leden, waar enige corpulentie vat op had gekregen, hoorde ik hem eens zeggen dat die een vette pens bezat. Kijk… duidelijker kun je het eigenlijk niet verwoorden.

Was je hier niet van gediend was en deponeerde je een klacht bij het management dan haalde dit nooit wat uit. “Ach, dat is Fedor” kreeg je te horen en daar bleef het bij. Hij had blijkbaar zoveel krediet opgebouwd dat schofferen was toegestaan en met de mantel der liefde werd bedekt. Ik ben ook wel eens op een verbale kar met stront getrakteerd als ik niets vermoedend de menghal betrad met een bepaalde vraag of mededeling. Blijkbaar had ik iets niet op tijd geretourneerd. Of ik had de lege drums niet op de correcte wijze in de zogenaamde vatenbak gestapeld. De manier waar hij zijn punt wou maken verdiende absoluut geen schoonheidsprijs. Maar daar was onze man dan ook helemaal niet op uit. Ben je gek!

Een liefhebberij van Fedor was om te reargeren op iemand die wat zei waarbij je ook aan iets geheel anders kon denken. Hoorde hij: “Die van mij is vrij groot” (ging over de oppervlakte van een tuin) dan volgde steevast “Pardon?”. Hij gniffelde dan en genoot zichtbaar. Hij ving ergens op: “De poes van onze buurvrouw (…)” en een grijns op z’n gezicht van oor tot oor was het resultaat. Dan balde hij zijn vuist en stootte bij voorkeur de persoon naast hem aan om te laten blijken hoeveel plezier hij hier aan beleefde.

Dat brengt mij op het volgende aspect. De persoon naast hem was dan ook vrijwel altijd een vrouw. Dat was dan ook een groot mysterie. Niemand van de mannelijke werknemers dacht er ook maar aan om in de pauzes bij Fedor aan te schuiven. Maar een aantal vrouwen, leek hier absoluut geen moeite mee te hebben. Wellicht denkt u dat hij vriendelijker van aard was nu zijn tafelgenoten tot de vrouwelijke soort behoorden? Wel nee… daar waar hij kon deelde Fedor ook aan hen gul zijn sneren uit. Maar op een één of andere manier schaarden zij zich achter de leiding en ondergingen alles ook onder het motto “Ach, dat is Fedor”.

In de loop der jaren bouwde ik wat krediet op bij Fedor. Ik kwam in een soort van gedoogstatus terecht. Ik was geen absolute vreemde meer en zo nu en dan was er sprake van iets wederzijds begrip. Als ik iets opperde wat volgens Fedor ook als waarheid kon worden gezien dan beaamde hij dat met: “Dat hè jie goed!”.

Kijk dat was hem nu ronduit, Fedor was een man van de streek en hij bleef trouw aan één van de vele varianten die de veluwse taal rijk is. Het gebied waarin hij dit dialect hanteerde was vrij groot, ik kan eigenlijk wel stellen… mondiaal. Want waar hij ook was verbleef… ABN of een buitenlandse taal zat echt niet in zijn pakket. Wie hem niet verstond of wou verstaan daar had hij eenvoudigweg helemaal geen boodschap aan.

In het verleden had hij het langzaam uitsterven van het edele beroep van melkrijder van dichtbij meegemaakt. Daar lag zijn hart, daar had hij affiniteit mee. Maar de schaalvergroting had toegeslagen. Uiteindelijk had de laatste boer moeten kiezen tussen stoppen of te investeren in een tank waarin de melk gekoeld bewaard kon blijven. Einde verhaal dus voor de stoere mannen, die elke dag twee keer, de rijkelijk gevulde melkbussen moeiteloos op de aanhangwagen smeten.

Hij had er in ieder geval denk ik twee dingen aan overgehouden. Fysiek was Fedor in staat met gemak de zware vaten met chemicaliën te verplaatsen. Waarbij wij als operators meestal de hijsinstallatie gebruikten, zette hij zich even schrap en was de klus zo geklaard. Verder kende hij de omgeving als geen ander. Elke weg in het buitengebied rond Barneveld, elke steeg, elk zandpad, ieder kampje weiland, hij kende het.

Het bedrijf heeft meerdere malen meegedaan aan de zogenaamde ‘Barneveldse Haan’, een sportevenement voor bedrijven of instellingen uit de regio. Op de racefiets moesten diverse plekken in de gemeente worden aangedaan om daar ter plekke bepaalde sportieve opdrachten uit te voeren. Voor het Denka-team, waarvoor ik ook tweemaal heb meegedaan, reed Fedor op zijn damesbrommertje voorop.

Zodra hij hoorde waar de volgende opdracht plaats zou vinden leidde hij ons door de velden en wegen rond Barneveld. Bij het naderen van een kruising hield hij het verkeer staande en daar waar nodig met stemverheffing. U begrijpt het intussen wel… dat was hem wel toevertrouwd. We zijn zelfs een keer als eerste geëindigd. Het was mede te danken aan de inzet van Fedor, de menselijke tom-tom.

Buiten z’n werk had Fedor nog een grote passie… ballonvaren. Niet als bestuurder maar als crew-lid. Hij zorgde er voor dat de ballon met toebehoren op een bepaalde plek kon worden opgelaten. Op de plek van landing stond hij ook alweer klaar om de zaak in te pakken en huiswaarts te keren. Hij maakte dan ook vele kilometers met het busje. Hij was bij wijze van spreken dan ook meer dagen per jaar in een weiland te vinden dan de gemiddelde Nederlandse koe. Je kon hem ook overal in de regio tegenkomen.

Zo stonden wij als gezin eens ergens in Amersfoort te wachten voor een verkeerslicht. Het raampje ietsje geopend. Opeens hoorde ik veel kabaal en keek verschrikt om me heen om de oorsprong te herleiden. Naast ons stond een busje en toen ik iets scheef naar boven keek ontwaarde ik Fedor. Hij hing half uit het raam en liet luidkeels weten dat hij mij ontdekt had. Dit zal u intussen niet meer verbazen schat ik zo in.

In 2006 heb ik Denka verruild voor een ander bedrijf en had een enkele keer nog contact met een oud-collega. Deze vertelde me op een gegeven moment dat Fedor was behandeld omdat er een hersentumor bij hem was geconstateerd. Weer later hoorde ik dat de behandeling niet afdoende was geweest. Opnieuw was er een behandeling nodig maar het mocht allemaal niet meer baten. In maart 2009 overleed Fedor, nog maar 48 jaar oud.

Een enorme klap voor zijn vrouw, kinderen en anderen die hem dierbaar waren. Uit de internetsite, die van het verloop van het ziekteproces melding maakt, kan ik opmaken dat vooral de laatste periode erg heftig is geweest. Dan kan een definitief afscheid een uitkomst zijn als er helemaal geen hoop meer is. Hij is er niet meer maar ongetwijfeld zou Fedor hebben geantwoord: “Dat hè jie goed!”.

woensdag 11 augustus 2010

Praat Mar Frysk




Sjochste... dit is no in aardichheidsje. In filmke op YouTube mei in âld-kollega fan my. Tamme Oosterhof is tsjinwurdich sakenman en de driuwende kreft efter Big Bad Wolf Records. De wâldpyk wennet no yn'e grutte sted Ljouwert.  En hy docht ek mei yn'e striid om it frysk te behâlden. Want litte we earlik bliuwe minsken... frysk prate yn Fryslân sprekt net altyd mear fansels.

It kin barre ast bygelyks yn Drachten of Ljouwert wat yn in winkel fregest dat it famke by de kassa seit: “Wat zegt u meneer?” Dat silst fan dit mântsje net te hearen krije ast by it keapjen fan in CD fregest: "Is dit no ek swier metaal wer't ik âlderwetsk op hollebatse kin?"