Bij het tot standkomen van een eindprodukt zijn doorgaans meerdere afdelingen betrokken. Zoals inkoop, magazijnbeheer, produktie, kwaliteitscontrole, opslag en verkoop. Verder zijn er mensen nodig voor technische ondersteuning, administratie, transport en vul verder zelf maar in. Kortom, het is een zaak van vele handen en hoofden voordat de begeerde euro’s in het geldkistje van een onderneming verdwijnen.
Operators zijn meestal werkzaam in een deelproces en hierbinnen zijn dan ook vaak weer verschillende taken te verichten. Maar hoe je het ook bekijkt, het is een gezamelijk gebeuren waarin diverse personen een bijdrage leveren. Wat mij stoort is dat bepaalde leidinggevenden zich veelvuldig bedienen van het persoonlijk voornaamwoord ‘ik’ terwijl ‘wij’ de correcte weergave van de situatie is. Dat dan weer vaak weer in de omgang met anderen van het management.
Ik bedoel dit. Een produktiechef die dan zegt: “Ik ga de planning deze week halen” of “Vrijdag sta ik stil met de produktie”. Er wordt bedoeld dat de gehele afdeling de doelstelling gaat halen of dat de ondergeschikten iets anders gaan doen maar niet produceren. De chef doet daar dus zelf fysiek niet aan mee maar is samen met operators wel betrokken bij deze collectieve aangelegenheid.
Gaat er iets mis op de afdeling dan zegt de chef nooit: “Ik heb (…) fout gedaan”. Nee, dan wordt juist de veroorzaker met naam en toenaam genoemd. Daarom, het goed laten verlopen van een proces is nu eenmaal sterk afhankelijk van goed teamwork. Daar horen dan ook de juiste aanspreekvormen bij lijkt mij. Dit is en blijft ook een stukje waardering naar iedereen toe die betrokken is bij een proces.
Althans zo zie ik het en hopelijk WIJ als operators en leidinggevenden (voortaan) ook…
Deze column zal in (bewerkte vorm) het volgende Vapro-magzine verschijnen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten