Interactie kan door het sturen van e-mail naar: jolmerwinkel@gmail.com of mij te gaan volgen op Twitter of vrienden te worden op Facebook.

dinsdag 19 januari 2010

Klinkhamer Af

Toen de Kameleon-serie werd verfilmd was dit voor mij persoonlijk een grote deceptie. Vrijwel alles wat ik in mijn jarenlange fantasie gestalte had gegeven is door regisseur Steven de Jong vakkundig om zeep geholpen. Er was vrijwel niets meer over van mijn eigen hersenspinsels. Tot overmaat van ramp had meneer de Jong in zijn wijsheid besloten de rol van vader Klinkhamer aan hem zelf toe te kennen.

Fout, fout en nog een keer fout! Er kwam maar één iemand in aanmerking voor de rol van smid Klinkhamer. Dat was Grote Gert, een uit de klei getrokken boerenzoon uit de bovenrand van Friesland. Uit een dorp waar naar z’n eigen oordeel de tweedeling bestond uit fijn en grof. Hij behoorde zelf tot de laatste categorie. Grof als niet-kerkelijk en tevens grof als kenmerk voor z’n lichaamsbouw. Deze geblokte man leek fysiek in alles op hoe ik me de vader van de olijke tweeling Hielke en Sietse had voorgesteld. Ik zie nog z’n grote handen die in staat waren het ijzer, zonder tussenkomst van technische hulpmiddelen, te buigen in alle gewenste vormen. De natuur had hem getooid met een weelderige dos blonde krullen van waaronder hij de wereld ongecompliceerd op zich af liet komen.

Toen ik in 1985 met werken begon leerde ik hem kennen. Per toerbeurt was hij de chef van één van de drie ploegen waarvan ik deel uitmaakte. Vanaf het eerste moment dat ik hem zag wist ik het. Dit is ‘em... smid Klinkhamer in levende lijve. Ik maakte het voor mijzelf visueel. Ik zag hoe hij vol passie het aambeeld zou geselen met een gigantische voorhamer. Maar de verfilming liet maar op zich wachten. In 2003 was daar toch nog sprake van een rolprent. Maar eigenlijk was Gert al te oud om geloofwaardig de vaderrol op zich te nemen.

Maar toch… stel dat ik hem persoonlijk had aangemeld bij Steven de Jong? Maar tegelijkertijd besef ik ook dat een uitverkoren status heel ver weg zou zijn geweest. Want het belangrijkste aspect van acteren is nu éénmaal het goed kunnen invoelen, inleven van een personage in een bepaalde omstandigheid. En daar zat hem nou net de kneep. Dat dit niet Gert’s sterkste punt was illustreert wellicht de volgende gebeurtenis…

Ergens achter in de middag rijdt een auto langzaam het terrein op van het destructiebedrijf waar ik werk. Normaal heb ik hier geen zicht op want mijn werkzaamheden als operator spelen zich vooral binnen af. Maar deze keer is mijn taak het assisteren van de wagenlosser. Een grote berg slachtafval en kadavers ligt in de bunkers te wachten op verwerking. Vanuit de zogenaamde ontvangsthal zie ik het voertuig naderen. Nu is het niet toegestaan dat personenwagens het bedrijfsterrein betreden. Gert heeft het in de smiezen en met zeven-mijls-stappen treedt hij nader. Zijn grote, brede rechterhand gaat de lucht in en daarmee sommeert hij de chauffeur halt te houden.

Het raampje aan de bestuurderszijde gaat langzaam open. Op afstand zie ik hoe Gert in gesprek raakt en vervolgens in de richting wijst waar ik mijn werk uitvoer. De auto wordt in z’n achteruit geschakeld en komt de hal binnenrijden. De achterlampen lichtten fel op ten teken dat de rit z’n eindpunt heeft bereikt. Een al wat oudere man stapt uit en is op weg naar het kofferdeksel om deze te openen. Op de bijrijdersplek ontwaar ik een vrouwspersoon die haar hoofd heeft omgedraaid om kennis te nemen van wat er gaat gebeuren. Opeens wordt het me helemaal duidelijk als ik een hond zie liggen. Ik ben getuige van klein persoonlijk drama.

Deze mensen hebben hun dierbare viervoeter verloren. Jarenlang zijn ze onafscheidelijk geweest. En nu is het definitieve moment daar. Door zelf hun geliefde huisdier te komen brengen hebben ze het moment nog wat weten uit te stellen. Als laatste eerbetoon zijn ze nu samen hier. Waarschijnlijk is de afstand tussen thuis en deze kille plek zwijgzaam door hun afgelegd. Ik voel helemaal wat er in hun omgaat en kijk eerbiedig toe. Ik verwacht dat Gert een plek gaat aanwijzen. Dat hij zachtjes tegen de man zal zeggen hun overleden huisvriend daar maar neer te leggen. Dat hij dan later, als ze weg zijn, zal zorgen voor een gepaste afhandeling.

Maar nee… het loopt anders. Gert pakt de levensloze hond bij z’n beide achterpoten en jonast deze met een boog in één van de bunkers. De doffe plof galmt nog even na. Als extra service is hij nog wel bereid om de achterklep te sluiten. Met wederom dezelfde grote stappen is hij alweer weg. Daarbij mij, en wat ik veronderstel, het echtpaar verbouwereerd achterlatend. Het woord piëteit komt blijkbaar niet in z’n woordenboek voor. Hier begon me duidelijk te worden dat hij werkelijk tekort zou schieten als acteur. Voor mij was dan ook Grote Gert Klinkhamer af.

(De naam Gert is gefingeerd... hij heet werkelijk Bert) :-)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten