Interactie kan door het sturen van e-mail naar: jolmerwinkel@gmail.com of mij te gaan volgen op Twitter of vrienden te worden op Facebook.

donderdag 14 januari 2016

Regenboog













2 januari 2016. De reis vanuit Ede verliep voorspoedig. Binnen twee uren draaien we het parkeerterrein op. Het is buiten koud en vochtig. De weg naar kamer 30 van het verzorgingshuis laat een verlaten indruk achter. Er is op dit tijdstip eigenlijk nergens enige menselijke activiteit te bespeuren. Een soort van kilheid lijkt het gebouw in haar greep te hebben. Na het drukken op de bel duurt het even voordat de deur opengaat. We staan in oog met oom Jaap. Hij heet ons welkom en meldt dat tante An al een aantal dagen bedlegerig is. Hij spreekt direct z’n grote zorg uit dat het wel eens niet goed gaat aflopen. Hij zet intussen koffie en wij melden ons achter de slaapkamerdeur.

Tante An kijkt en luistert maar of ze precies beseft wie er zijn lijkt niet duidelijk. Onze jongens krijgen de opdracht op zoek te gaan naar een supermarkt. Moet in een plaatsje als Ferwert gauw geklaard zijn. Oom Jaap beschrijft hoe tante weinig meer eet en nu al een dag of wat aan bed gekluisterd is. Ook het recente overlijden van hun schoondochter komt aan bod. Ondanks het verdriet en grote zorg presenteert oom Jaap zich zoals ik hem ken. Opgewekt, zo nu en dan tijd voor een grap en een grol en veelvuldig met anekdotes strooiend. Ondanks de donkere gloed die over de huidige toestand hangt weet hij openingen te vinden om het licht te laten ontsnappen.


Een eigenschap die mijn oom en tante beiden in hun DNA hebben meegekregen. Het enige dat rest is alles aan de Grote Baas voor te leggen laat oom Jaap weten. Een poosje later zijn onze jongens er weer. Ze hebben een bosje bloemen bij zich en een pak koeken. Een vaas wordt opgezocht en de bloemen komen in de slaapkamer terecht. De verzorging die intussen had gezien dat er bezoek is brengt een extra aantal maaltijden mee. Daar is toch al voor betaald en anders worden ze toch maar weggegooid. Oom Jaap en ik delen samen nog de overgebleven gehaktbal. "Jullie komen binnenkort toch wel eens weer?" vraagt tante An nog als we na de maaltijd afscheid nemen...


12 januari 2016. De reis vanuit Ede verloopt weer voorspoedig. Het laatste stuk gaat door het Bûtenfjild. Het is buiten weer koud en vochtig. Een pikzwarte lucht doemt op en als wetmatigheid duurt het niet lang of hevige regenval dient zich aan. Maar opeens is daar de regenboog met haar kleuren. Het ultieme teken van hoop. Bij 'Stjinnendaam' is het opeens droog en breekt deze zon zelfs even door. We draaien kort daarna het parkeerterrein op vlakbij het terpkerkje van Burdaard. Na de dienst en het drinken van koffie is het tijd om de terugreis te beginnen.

Toch verlaat ik met een warm gevoel deze plaats waar mijn oom en tante zo lang hebben gewoond. Warm vanwege de boodschap van troost, hoop en bemoediging die in de dienst heeft geklonken. Warm van de bijdragen van enkele naaste familieleden. Maar vooral warm vanwege hoe ik tante An zal herinneren. Haar blijmoedigheid en opgewektheid. Haar rechtvaardigheidsgevoel. Haar gulheid. Hoe ze eigenlijk nooit klaagde hoewel de financiële armslag hun gehele leven beperkt was. Voor wat zij ook voor mij persoonlijk heeft betekend met name in mijn jeugd.


Hoe we altijd graag naar 'Burdaard' gingen of het goede samenzijn ervoeren als oom Jaap en tante An bij ons thuis op visite kwamen. Zij is er dan wel niet meer maar de goede herinneringen zijn stevig verankerd. 
Die regenboog en de plotselinge opklaring blijven mij op de terugreis bezighouden. De symboliek er achter, de afspiegeling hoe ik en anderen op mijn net begraven tante mogen terugkijken? Was die regenboog daar op die plek en op dat moment slechts een toevallige samenloop van omstandigheden? Ik besluit op dat moment daar geen snars van te geloven... 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten